Woensdag 5 juni Miyajima Eiland

5 juni 2013 - Hiroshima, Japan

Vanmorgen tegen negen uur het hotel uitgegaan en een paar broodjes en koeken gekocht om de dag mee te beginnen. Met de trein zijn we naar Miyajima-guchi gegaan. Het station lag vlakbij de haven waar we de pont namen naar het eiland Miyajima, amper 10 minuten lopen. De dame van Japan Railways (JR) had dat ons zo uitgelegd. De boot was een Roro boot, boot waar je aan de ene kant erop rijd en aan de andere kant er weer af. (grappig zo wordt onze Roderick ook vaak genoemd)
Miyaima is een eiland voor de kust van Hiroshima.
Het was ooit zo heilig dat mensen er niet geboren mochten worden of mochten doodgaan. Tegenwoordig mag dat wel maar je mag er is steeds geen begraafplaats.
Bomen mogen er ook niet omgehakt worden en het grootste deel van het eiland is dan ook nog een ongerept oerbos. Sinds 1996 staat het samen met de eilandschrijn op de wereld erfgoedlijst van de Unesco. Als je het eiland nadert, vaart je eerst langs een grote roodoranje poort van 16m hoog en 23 m breed die in zee staat als toegangspoort tot de heilige schrijn erachter die op het strand staat. Dat wil zeggen op poten want bij hoog water staan ze beide in het water en lijken te zweven. De toegangspoort dagelijks en de schrijn bij zeer hoog water.
Vanaf de pier zijn we op aanraden van ons boek over het pad langs het strand gelopen. De damherten (het barst hier van die dieren, ja, duh, kust, dam ) hebben we links laten liggen, lopen of staan. Je mag ze hier trouwens absoluut niet meer voeren, want de hoop bestaat dat ze dan ooit weer wild worden. Afschieten en opeten doe je niet op een heilig eiland. Bij de souvenirwinkel maar een strohoed gekocht tegen de felle zon. Het was laagtij en niet alleen de schrijn stond droog maar ook de poort bijna. Van een kant jammer maar nu konden we wel van heel dichtbij foto’s maken en tevens om te constateren dat veel mensen geprobeerd hebben om hun muntje(s) in de kieren van de poort te stoppen. Veel muntjes zijn blijven zitten maar er liggen er meer op de grond rondom de poort. Je kon niet volledig om de poort heen lopen behalve als je het niet erg vond om erg nat te worden.
De schrijn uit 592 omvat een aantal gebouwen die door galerijen met elkaar verbonden zijn. Het geheel is rood geschilderd en bied een mooie achtergrond voor bijvoorbeeld trouwfoto’s. En laat er nu toevallig net een bruidspaar zijn. Een mooie gelegenheid om net als veel anderen, met toestemming, zelf ook foto’s te maken van het bruidspaar en sommige familieleden, vooral de dames in hun kimono.
Aan de voet van de schrijn waren 2 timmerlieden bezig om uit de losse hand een vervangstuk voor een van de poten op maat te maken met een zaag. Heel precies werd een rechthoekig stuk hout uit een ronde balk gezaagd. Zo leren ze het niet meer op school volgens ons. Na de schrijn langs wat kleine gebouwtjes gelopen en het bospad naar de ropeway, de gondelbaan gevolgd. De gondel brengt je tot een stukje onder 535 m hoge top van de Misen. Je kunt het ook bereiken via een pad, het oerbos is wel een klein beetje gerept, maar dat zou en teveel tijd kosten en fysiek voor mij ook niet zo’n goed idee zijn. De gondeltocht bestaat uit twee delen, het eerste deel in kleine vierpersoonsgondels, nog uit de tijd stammend van de kleine Japannertjes, die met dat beetje wind wat er stond wel schommelden. Brrrrrrrrrrr.
Het tweede deel in een grotere 10 persoonsgondel die zeer stabiel hangt en bewoog.
Boven viel het veel geprezen uitzicht tegen omdat het nogal heiig was maar evengoed toch erg mooi. Het laatste stukje naar de top hebben we mede daardoor maar opgegeven. Er zou niet veel meer te zien zijn dan waar we stonden, fysiek merkte ik al snel dat ik dat niet zou redden. Je mocht uiteindelijk niet naar de top want er werden helikopter oefeningen gehouden, bovendien het was bloedheet en met ongeschikt schoeisel hobbelige traptreden nemen (zo maken ze bergpaden hier) is ook niet aangenaam. We hebben dus ons brood maar opgegeten onder een afdakje in de schaduw en zijn daarna weer terug gegaan.
Benden moesten we nog de Daisho-in tempel gaan bezichtigen. Volgens de folder een van de meest prestigieuze tempels van het Shingen Boeddhisme. De stichter van het Shingen Boeddhisme heeft in 806 honderd dagen op de berg gemediteerd, zodoende. In de jaren 80 van de vorige eeuw is de tempel volledig herbouwd en uitgebreid. Als je de trap naar de tempel oploopt passer je eerst 600 schriftkokers die rond hun verticale as draaien als je ze een zetje geeft. Dat brengt veel geluk (hebben wij dus ook gedaan je weet maat nooit) en je krijgt er eelt van op je handen. Vervolgens passer je (sorry) Eftelingachtige beeldjes en beelden, met en zonder, soms zelfs gebreide, mutsen, sjaals en slabbetjes. In groepen binnen en buiten, grote beelden en kleine beeldjes vind je 500 Rakan beelden, 33 Kannon beelden, 7 Jizo Bosatzu beelden, 1000 Fudo beelden, en nog veel meer.
Aparte vermelding verdient toch wel de zeer grote zand mandala, een grote, voor ons, abstracte tekening van gekleurd zand, gemaakt door Tibetaanse monniken en als je dat ziet letterlijk en figuurlijk een monniken klus.
Overweldigd door al dat moois zijn we weer langzaam terug gewandeld richting pier.
Onderweg nog een strohoed als cadeautje gekocht die werd in gepakt in een krappe plastic zak. Wat verderop wilden we een ijsje kopen en de dame van de ijswinkel kwam toen spontaan aanzetten met een verzameling papieren tassen voor onze hoed. Dat vonden we zo aardig dat we maar besloten om binnen ons ijsje te eten en er vervolgens dan ook maar een kop thee bij te nemen. Uiteindelijk vond ze een tas groot genoeg om de hoed in te doen, zij blij wij blij. Terwijl we ons ijsje opaten en onze thee dronken zag ik op de bar een hele dierentuin van origami staan toen ik Dik daar attent op maakte. De dame van de winkel en haar dochter zagen dat en wilden beslist dat we iets meenamen, eerst wilden ze geloof ik dat we alles meenemen maar dat vonden we teveel dus hebben we er uiteindelijk eentje van uitgezocht, een schattig olifantje, toen we afrekenden en meegenomen.
Iets voorbij de thee/ijswinkel stond onder een afdak een grote houten rijstlepel tentoon gesteld. De geschiedenis gaat terug naar 1894 toen op het eiland vele soldaten daar waren ingekwartierd alvorens naar de oorlog in China werden getransporteerd. De soldaten offerden hun houten lepel in de Senjo-Kaku een grote hal vlakbij de pagode. Er liggen nog steeds duizenden houten rijstlepels en ze worden ook nu nog dagelijks geofferd. Er is ook sprake van een woordspeling op Meshi-toru, wat zowel ‘rijst opscheppen’ betekent alas ‘China veroveren’.
Terug bij het station in Hiroshima hebben we weer okonomiyaki gegeten waarna we in het hotel de reis naar Tokio zijn gaan voorbereiden.